Een mooi huis op een mooie plek, vrije uitzicht over het mergelland, rustig en toch centraal gelegen. Wat wil men meer?
De bewoners waren heel tevreden, zeker niet van plan om te gaan verhuizen.
Ze hadden alleen maar een wens. Voor de familiehond een plekje, zodat na een wandeling door de regen de hond niet door het huis zou moeten, maar via de garage op droge pootjes naar de bewoners kon lopen.
Klinkt logisch. Zou inderdaad praktisch zijn. En zo ontstond in samenwerking met een architect het idee, om de vrijstaande garage met het woonhuis te verbinden. Een nieuwe, transparante serre zou het verbindende element worden. Het plan werd op warme zomeravonden onder genot van het een of andere glas rode wijn verder ontwikkeld.
De vervolgstap, het opvragen van een offerte voor de bouwkosten zorgde toen voor enige teleurstelling. Toch wel erg duur.
Toen ik naar de plannen mocht kijken, was voor mij niet duidelijk, waarom de serre juist op deze plek bedacht was. Het paste naar mijn idee niet bij de structuur van het huis, zou eerder voor inrichtingsproblemen zorgen, ondanks dat er meer ruimte bij zou komen.
Een alternatief ontwerp werd gemaakt, waarbij het huis meer in balans zou blijven, de nieuwe ruimte ook een zinvolle toevoeging van het bestaande zou worden. Naar mijn idee een verbetering ten opzichte van de huidige situatie, maar natuurlijk ook een flinke investering.
“Waarom willen jullie überhaupt verbouwen?” Echte ontevredenheid over de huidige situatie was gewoon niet aanwezig.
Het antwoord was: “Eigenlijk alleen maar voor Bello.” Toen dit uitgesproken werd, was de wens om grootschalig te verbouwen snel van tafel. Enkele kleine aanpassingen zouden het wooncomfort verhogen, verder mocht alles zo blijven, zoals het was.
Soms begint een kleine wens een eigen leven te leiden. Mooi, als mensen zich dan weer bewust worden, dat ze met hun leven en hun huis gewoon tevreden zijn.