Als we naar vrienden toe gaan, die van plan zijn om te verhuizen of te gaan verbouwen, zijn we nooit verlegen om een cadeautje: een bos gloei-bloemen, dat wil zeggen, bloemen, waaronder wij een aantal gloeilampen inclusief fittingen mengen.
Want als het huis bijna verhuisklaar is, zijn deze provisorische (!) lampjes super handig. Bijvoorbeeld als men in de avonduren nog moet gaan schilderen.
Alleen, er komt een moment, waarop alle werkzaamheden afgerond zijn, de meubels staan op hun plek, nu nog nieuwe lampen; en dan begint het: een lamp kopen, die én bevalt én ook nog eens het juiste licht geeft is niet zo makkelijk. En het probleem is ook weer niet zoooo dringend; tenslotte is er al licht.
Weken later komen de eerste vragende opmerkingen van bezoekers. De daadkrachtige vraagt: “Hebben jullie nog geen lamp?”, de sarcastische vraagt: “Hebben jullie een nieuwe lamp?” en de perfectionist kijkt alleen begripvol naar het plafond.
Er zijn ook mensen, zelf noemen ze zich minimalisten, die er bewust voor kiezen om geen verlichting te hebben. De centraaldoos wordt netjes weggewerkt, op een tekening wordt wel gekenmerkt, waar deze zich bevindt, maar licht lijkt verder overbodig. Pas als ze op een regenachtige winterdag stemmen beginnen te horen en hierdoor ineens er achter komen, dat de hele familie in hun woonkamer zit, beslissen ze dan toch maar om een lamp te kopen.
Ja, ze beslissen een lamp te kopen; het blijft afwachten, of deze ook voor de goede verlichting zorgt. Want goede verlichting en een mooie lamp zijn nog lang niet hetzelfde. Wie denkt de eerste stap over te kunnen slaan en niet naar een goede lichtverdeling in de ruimte kijkt, maar alleen naar de vormgeving van de armatuur, moet vaak achteraf constateren, dat het eerste randvoorwaarde is; tenminste als men het juiste licht op de juiste plek wil.
De kunst is het om de lichtverdeling in de ruimte met de juiste armaturen voor elkaar te krijgen. En dat is een vak apart.
Wil je niet bij de gloeilampen-groep horen? Dan reserveer voor verlichting een budget en zorg op tijd voor een goed lichtplan met voldoende flexibiliteit.
“Gelukkig” hebben de gloeilampen fabrikanten ooit bedacht, om de levensduur van gloeilampen te beperken. Dat deden ze, om meer omzet te creëren. Er komt dus een moment, waar men toch een beslissing moet nemen. Tenzij er nog een gloeilamp in de kast ligt. Maar dankzij de “fragwürdige” EU-Wet zal ook deze voorraad ooit op zijn.