Hoezo schrijft een architect over het opruimen van een huis?

Een architect ontwerpt huizen en begeleidt het (ver)bouwproces.
Aanleiding om te gaan verbouwen is vaak het gevoel te weinig ruimte te hebben.
Mensen hebben moeite om al hun spullen een vaste plek te geven.
Het creëren van meer ruimte lijkt de enige logische oplossing te zijn.
Maar is er daadwerkelijk te weinig ruimte of zijn er simpelweg te veel spullen aanwezig?
Nu zou ik alleen naar mijn eigen voordeel kunnen kijken en vooral grote nieuwe ruimten ontwerpen. Maar mijn doel is, een huis voor zijn bewoners zo te veranderen, dat het een prettige, leefbare woonomgeving wordt en blijft. De uitbreiding van een woonhuis of de verbouwing van de bestaande ruimte kan hiertoe een middel zijn. Toch blijft aan het begin de vraag: „Welke spullen zijn daadwerkelijk (nog) belangrijk en waardevol voor mij/ons?“
Bezit geeft mensen een gevoel van veiligheid. Tot op het moment waar mensen beginnen zich ongemakkelijk te voelen, omdat het zoveel tijd en moeite kost, om het huis enigszins in orde te houden.

 

Zou het niet goed zijn, om zichzelf weer op de voorgrond te zetten en niet het bezit te laten bepalen, hoe je woonomgeving en uiteindelijk je leven eruit ziet?